Bakken is Rina's grote passie. Daarom wil zij graag deze drie klassieke taartrecepten met jullie delen. Haar eigen recepten zijn uiteraard geheim. Wil je daarvan proeven dan ben je uiteraard van harte welkom in het theehuisje. Een andere mogelijkheid is dat je mijn taarten bestelt en afhaalt. Dan kun je er thuis met je eigen visitie ook van genieten.
2 vrije uitloop eieren
300 gram tarwebloem
paneermeel
220 gram roomboter
150 gram bruine basterdsuiker
Poedersuiker
Halve theelepel kaneelpoeder
Snufje zout
1,5 kilo friszure appels (ongeschild)
110 gram rozijnen (even wellen in de rum)
100 gram gepelde en ongebrande notenmix
4 eetlepels kristalsuiker
1 zakje vanillesuiker
3 theelepels kaneel
Scheutje rum
Verwarm de oven voor op 180 °C.
Pak een forse springvorm (24 centimeter) en vet deze in met wat boter.
Zorg ervoor dat de boter zacht is voordat je ermee gaat werken. Meng deze in een grote schaal, met de kaneel en de bruine suiker. Zeef de tarwebloem en voeg het toe aan het botermengsel. Voeg dan ook 1 ei en een snufje zout toe aan het mengsel. Kneed alles tot een glad en soepel deeg. Laat dit een halfuurtje rusten op een koele plek.
Pak nu ongeveer 2/3 van het deeg en rol deze gelijkmatig uit. Bekleed hiermee de boden en de wanden van de ingevette springvorm. Strooi vervolgens een klein laagje paneermeel over de bodem. Zet de springvorm weer op een koele plek zodat we de vulling kunnen maken.
Schil alle appels en snijd deze in blokjes. Zeef de in rum gewelde rozijnen en voeg deze samen met de notenmix, de kristalsuiker, vanillesuiker en kaneel toe aan de appelblokjes.
Pak nu de springvorm er weer bij en schep de vulling in de taart. Verdeel alles gelijkmatig.
Rol het resterende deeg uit en snij met een scherp mes reepjes van 1 cm breed. Verdeel de reepjes over de bovenkant van de taart in een geruit patroon. Klop het tweede ei los en smeer met een kwastje de taart in.
Zet de taart in de oven en bak in ongeveer 60 minuten gaar.
De taart is het lekkerste als hij nog een beetje warm is. Het deeg is dan nog knapperig. Maar de andere dag is de taart misschien nog wel lekkerder. Alle smaken zijn dan heerlijk met elkaar verbonden. Strooi wat poedersuiker over de taart en voeg een toef vers geklopte slagroom toe. Verrukkelijk!
100 gram amandelmeel
150 gram tarwebiscuits
120 gram roomboter
1 eetlepel bruine basterdsuiker
4 vrije uitloop eieren
2 eetlepels maïzena
800 gram roomkaas
100 milliliter slagroom
250 gram kristalsuiker
1 theelepel vanille-extract
1 limoen
300 gram bosbessen, rode bessen en/of bramen
Verwarm de oven voor op 160 °C.
Pak een forse springvorm (24 centimeter) en bekleed de bodem met bakpapier.
Pak de keukenmachine en stop hierin de biscuits. Maal deze fijn.
Smelt de boter in een pannetje of magnetron en meng deze in een kom met amandelmeel, de fijngemalen biscuits en de basterdsuiker.
Pak vervolgens een de springvorm en schep het mengsel voor de bodem in de springvorm en druk alles goed aan. Zorg ervoor dat je een stevige bodem krijgt. Laat dit even rusten op een koele plek.
Maak de limoen schoon met een borsteltje en rasp de schil. Meng vervolgens de maizena met een klein beetje slagroom tot een glad, maar dikkig papje. Doe de roomkaas in een schaal en roer de kaas met een garde of houten lepel los en luchtig. Roer hier de eieren een voor een doorheen. Zorg ervoor dat alle eieren volledig in het mengsel zijn opgenomen. Voeg daarna het slagroom/maizenapapje, de suiker, de rest van de slagroom, vanille-extract en de limoenrasp toe. Pers dan de limoen uit boven het mengsel. Roer alles rustig door elkaar.
Als laatste voeg je de vruchtjes toe. Nogmaals rustig roeren.
Zet de taart in de oven en bak in ongeveer 45 minuten gaar. Draai de oven terug naar 100 °C en laat de taart nog 20 minuten rusten. Controleer of de taart stevig is. Zo niet schakel dan de oven uit en laat nog 20 minuten staan.
Laat de taart goed afkoelen in de koelkast. Garneer de taart met nog wat overgehouden vruchtjes!
4 vrije uitloop eieren
300 gram tarwebloem
250 gram bruine basterdsuiker
185 milliliter zonnebloemolie
400 gram wortelen
55 gram gepelde walnoten
1 zakje bakpoeder
2 theelepels kaneelpoeder
halve theelepel zout
180 gram roomboter
180 gram roomkaas
3 druppels vanille-extract
250 gram poedersuiker
Maak de worteltjes schoon en rasp de worteltjes fijn. Verwarm daarna de oven voor op 180 °C.
Pak een forse springvorm (24 centimeter) en vet deze in met wat boter.
Stop de walnoten in de keukenmachine en hak deze in fijne stukjes. Hier kun je naar eigen smaak in variëren. Grovere of fijnere stukjes bepalen de textuur van de taart. Combineren is uiteraard ook mogelijk.
Pak een kom en klop hierin de vier eieren samen met de suiker tot een glad en romig mengsel. Roer vervolgens rustig de zonnebloemolie erdoor. Zeef de tarwebloem. Voeg deze met zout, kaneel en bakpoeder toe aan het romige eiermengsel. Voeg dan de geraspte worteltjes en walnoten toe en meng alles met de mixer.
Schep het mengsel in de springvorm en zet de taart in de oven. Bak in ongeveer 60 minuten gaar. Controleer met een prikker of de taart gaar is. Komt de prikker schoon uit de taart, dan is hij klaar!
Laat de taart goed afkoelen.
Zorg ervoor dat de boter zacht is voordat je ermee gaat werken. Meng dan de boter met de poedersuiker goed door elkaar tot een stevige massa. Roer dan de roomkaas en vanille-extract erdoor. Smeer de topping gelijkmatig over de taart.